Direct naar inhoud


CO2 monitoring: essentieel voor een goede teelt.



Microperforatie

Beluchting is essentieel om het CO2 dat in het substraat geproduceerd wordt af te voeren. De kwaliteit van de microperforatie is hiervoor uiterst belangrijk. Ook warmteafgifte speelt een belangrijke rol. Bij een te grote diameter van de zak wordt het substraat al snel te warm, waardoor het mycelium in de kern van het substraat afsterft. De voorkeur gaat uit naar hangende substraatzakken. Overtollig water kan dan wegstromen zodat anaerobe omstandigheden worden voorkomen en onkruidschimmels onderin de zak veel minder kans krijgen, omdat de groeiomstandigheden voor het gekweekte mycelium optimaal blijven

Incubatieruimte

Met alleen prima zakken ben je er nog niet. De luchtkwaliteit in de ruimte is net zo belangrijk. Voldoende luchtuitwisseling is alleen mogelijk als de incubatieruimte niet meer dan 2500 ppm CO2 bevat. Luchtuitwisseling vindt voornamelijk plaats door diffusie: luchtuitwisseling door concentratieverschillen. Is de CO2 concentratie bijvoorbeeld 5000 ppm dan gaat de diffusie de helft trager dan bij 2500 ppm. Dit resulteert in een langere incubatieperiode. Het goed meten van de CO2 in de lucht is dus essentieel voor een goede gecontroleerde ingroei van het mycelium in de substraatzakken. De CO2 concentratie gaat snel omhoog als de incubatieruimte steeds voller komt te staan. Dit veroorzaakt een grote vertraging in de groei van het mycelium en in het ergste geval afsterving. Alleen bij CO2 gestuurde ventilatie kan een gelijke incubatieperiode worden aangehouden. Meten dus...

Beluchting broed

Onbewust wordt vaak de eerste fout al gemaakt als het broed geleverd is. Op het moment dat het broed aankomt moet de temperatuur direct gemeten worden. Warm broed is al zeer actief en produceert veel CO2. Dit is al gauw te veel CO2 voor de ingebouwde filters, waardoor het CO2 gehalte te ver oploopt. Snel en gekoeld transport is daarom essentieel. Koel het broed zo snel mogelijk na levering om de activiteit van het mycelium te remmen. Broed wordt geleverd in zakken met een filter. Deze filters geven net voldoende gasuitwisseling voor bewaring van het broed bij een lage temperatuur ( net boven 0 °C ). Bij hogere temperaturen wordt de activiteit van het mycelium al snel groter en dus ook de CO2 productie. Daar is de luchtdoorlatendheid van de filters niet op berekend. Zorg er dus voor dat de broedzakken niet tegen elkaar aan staan in de koeling zodat ze rondom goed gekoeld kunnen worden en leg de zakken nooit op het filter. Ook bij lage temperatuur produceert oesterzwam mycelium CO2. Het CO2 gehalte in de koelkast zal dus ook stijgen, waardoor de luchtuitwisseling tussen gas in de zak en de lucht in de koeling steeds verder terug loopt. Het mycelium wordt hierdoor steeds minder krachtig omdat het wordt "vergiftigd" door de CO2. Dit zal tot gevolg hebben dat het enten met dit broed problemen zal opleveren. De groei van het mycelium in het substraat zal beduidend langzamer gaan waardoor onkruidschimmels de kans krijgen. Het dagelijks openen van de koeling, al is het maar voor 10 seconden, zorgt al voor voldoende luchtverversing en is beslist noodzakelijk. Raadselachtige teeltproblemen worden veelal veroorzaakt door deze eerste fout!